Hollandse fado

Omschrijving

1958. De tijd van ploffende kolenkachels en uitpuilende gezinnen. Een verkoudheid van Churchill is voorpaginanieuws. Er heersen nog orde en rust in Holland. De oorlog is niet vergeten, maar wordt verzwegen. Tekenen van grote veranderingen zijn zichtbaar en tegelijk onzichtbaar. Er wordt hard gewerkt aan de toekomst, ook zaterdags. Overal spelen meutes kinderen buiten. Huizing heeft altijd zeeman willen worden, maar eerst kwam de oorlog ertussen en toen de liefde voor Jet. Ze trouwden en kwamen te wonen in een nieuwbouwwijk, een geannexeerd dorp. Huizing raakte verzeild op een verstikkend archief van een kleine bank en hobbelt daar al jaren mee. Naarmate de liefde uit Huizings huwelijk wegsijpelt, geeft hij zich meer over aan zijn oude verlangen naar de zee. Jet verzuurt. De kinderen hebben te lijden. Vooral oudste zoon Guus, achterlijk maar in sommige dingen juist niet, gaat Huizing aan het hart. Dan komt Louise op het archief werken, een duizelingwekkende etnische cocktail, met bloed in de aderen uit zo'n beetje alle landen die er voor Huizing toe doen. Heftig wordt Huizing heen en weer geslingerd tussen huisvaderlijke plichten en heimelijke verlangens. Steeds erger in nood rakend, komt hij tot belangrijke inzichten over zichzelf en het leven.